Libertarisch Schetsboek (5) – Mijn Horror File

Libertarisch Schetsboek (5) – Mijn Horror File
09/06/2020 Karel Beckman

Ik verzamel al bijna 40 jaar staatsgevaarlijke ideeën, zoals een ander postzegels verzamelt, of breipatronen, en het leek me leuk om sommige daarvan met de wereld te delen. Daarom ben ik met deze rubriek begonnen.

Het gaat vooral om passages uit boeken die ik ooit heb aangestreept omdat ik ze boeiend, origineel en inspirerend vond. Daaraan heb ik inmiddels vier afleveringen gewijd, allemaal terug te vinden op deze website. Ik ga daar nog zeker een tijdje mee door.

Maar bij mijn verzameling zit ook een aardige collectie kwaadaardige en/of lachwekkende onzin die ik bij elkaar heb geveegd, meestal afkomstig uit kranten en tijdschriften. Ik noem dat mijn “Horror File”, een term die ik heb overgenomen uit The Objectivist Newsletter, een tijdschrift van Ayn Rand en haar medewerkers (“Objectivisten”) uit de jaren zestig. Daarin stond een rubriek, The Horror File, die als volgt werd omschreven:

For those who may have wondered whether the intellectual level of today’s culture is as low as we charge, the following documentation should prove illuminating.

En dan volgden er uitspraken of nieuwsberichten die volgens de Objectivisten aantoonden hoe beroerd het was gesteld met de toestand in de wereld. Zoals dit nieuwsbericht uit de Wall Street Journal van 15 december 1966:

“Chrysler Corporation recently broke ground for its Turkish plant by having a Moslem holy man slaughter a ram on the site. Rain washed the animal’s blood into the ground—a good omen, according to Chrysler.”

Of deze uit de Rocky Mountain News van 24 juni 1966:

[Students demanded] “enactment of a supplemental Bill of Rights that will guarantee, among other things, the right to leisure and the right to be different . . . the right to sexual fulfilment, the right to health, the right to intimacy, the right to travel, the right to study and the right to altruism.” 

Beide nog steeds heel actuele thema’s!

In mijn Libertarisch Schetsboek wil ik bij tijd en wijle soortgelijke exemplaren uit mijn eigen Horror File met u delen, te beginnen met deze aflevering.

Ik neem u mee terug naar 1989, midden in het tijdperk-Lubbers. Het grote gevaar dat toen ons land bedreigde was – wat denkt u? Een virus? Een vliegende schotel? De eikenprocessierups? Nee, veel erger: de komst van commerciële omroepen.

Voor de jongere kijker: er was een tijd dat je in Nederland alleen de “publieke” omroepen kon zien op t.v. De rest was gewoon verboden. Het idee dat iedereen zomaar een omroep kon oprichten of een tv-zender zou kunnen beginnen was onbestaanbaar. Stel je voor, dan zou je het publiek kunnen gaan afstompen met plat vermaak. Dat kon natuurlijk niet worden toegestaan. Dus toen zich commerciële partijen aandienden die vanuit het buitenland televisieprogramma’s wilden uitzenden  in Nederland, leidde dat tot enorme beroering.

De Volkskrant meldde op 14 juli 1989:

De NOS wil dat de overheid optreedt tegen de ongebreidelde manier waarop de com­merciële omroepen TV10 en Veronique Nederland lijken binnen te komen. Het NOS-bestuur wil dat het kabinet iets doet tegen wat genoemd wordt ‘oneigenlijke concurrentie die de positie van de publieke omroep schaadt of kan schaden’.”

Oneigenlijke concurrentie! Het staat er echt.

De toenmalige vice-voorzitter van de NOS, Albert van den Heuvel, voormalig voorzitter van de VARA en hoofd communicatie van de Wereldraad van Kerken, zei volgens de Volkskrant dat de publieke omroepen geen verbod vragen van de com­merciële omroepen, maar alleen “een gelijke behandeling“. Daarmee bedoelde hij vast niet dat de commerciële omroepen ook moesten worden gesubsidieerd.

Dat hij niet om een verbod vroeg was natuurlijk een leugen, want in één adem ging hij door:

Het kabinet moet ingrijpen en de regelgeving bijstellen. Het Commissariaat voor de Media moet erop gewezen worden dat ze de naleving van de wet moet bewaken. En als de letter van de wet al niet wordt overtreden (door de constructie die TV10 en Veronique hebben gekozen voor hun organisatie), dan gebeurt dat in ieder geval wel met de intentie van de wet.”

In die tijd gaf het CDA in de regering de toon aan en die schoten uiteraard hun vriendjes bij de publieke omroepen (partijkartel!) te hulp. Er was discussie over de een of andere Europese richtlijn, en de Volkskrant van 17 juli 1989 meldt dat

De Nederlandse regering zal – tegen de zin van de VVD-mini­sters – alleen vóór [de Europese] richtlijn stemmen wanneer er juridische mogelijkheden komen om TV10 en Veronique eventueel van de kabel te weren. Wanneer de Europese ministers toch (de Nederlandstalige) commerciële zenders alle vrijheid geven, zal Brinkman met die zenders gaan praten over de doorgifteplicht op de kabel. Hij voorziet dat de commerciële zenders voor het legaal doorgeven van hun programma’s fors zullen moeten betalen….”

De partijraad van het CDA kwam zelfs tot het ingenieuze besluit dat:

commer­ciële zendgemachtigden moeten betalen voor het in stand houden van de positie van de bestaande Nederlandse omroepen.”

De PvdA stond uiteraard geheel aan de kant van het CDA. Op 19 juli plaatste de Volkskrant een interview met de “liberale PvdA’er” Hein Roethof, woordvoerder mediazaken in de Tweede Kamer voor de PvdA en daarvoor onder meer parlementair redacteur bij de NRC (!). Die noemt “de commercialisering van het omroepbestel” een

nefaste ontwikkeling. Zeker als je ziet hoe dat in Amerika is geregeld, waar pro­gramma’s worden onderbroken voor reclame, waar sponsors de dienst uitmaken. Dat raakt aan de grondrechten van de pluri­forme rechtsstaat. Commercialisering van het bestel zal van zeer verstrekkende betekenis zijn voor de pluriformiteit van de informatie en de opkoop van kranten door buitenlandse winstmakers bevorde­ren.”

Roethof haalt zelfs de Grondwet erbij en stelt dat artikel 7, lid 4, weliswaar de vrijheid van meningsuiting garandeert, maar een uitzondering maakt voor “handelsreclame”, die niet onder die vrijheid valt. “Ook EG-bepalingen kunnen daaraan niets veranderen,” zegt de “liberale” PvdA’er dreigend.

Hij had overigens wel gelijk dat onze Grondwet geen vrijheid van meningsuiting toestaat als het gaat om commerciële uitingen. Maar dat zegt vooral iets over onze Grondwet, die – lees hem er maar eens op na – zo kan dienen als partijprogramma voor D66.

De prijs voor het meest hypocriete en schurftige commentaar in deze kwestie gaat echter naar het Parool, die dappere Amsterdamse verzetskrant, met als motto: Vrij, Onverveerd. Dit schrijft de hoofdredactie van het Parool op 13 juli 1989 in een commentaar:

De vervuiling van het luchtruim beheerst deze zomer het bin­nenlandse nieuws. Gaat het niet om de letterlijke vervuiling door de smog, dan houdt de ‘ethervervuiling’ door de komst van de commerciële omroepen TV10 en RTVeronique de gemoederen wel bezig. En daarmee houdt de merkwaardige overeenkomst nog niet op. Zoals de aanhoudende kans op smog-vervuiling het traditio­nele verkeer dreigt te ontwrichten, ontwricht de aangekondigde komst van de commerciële zenders de traditionele omroepen. In beide gevallen is het opmerkelijk, dat de politiek nagenoeg niet op de ontwikkelingen voorbereid lijkt. De wetgeving, voor zover die bestaat, schiet aan alle kanten te kort, en de poli­tici lijken niet geneigd tot krachtdadig en adequaat optre­den…. Over de consequenties voor de bestaande publieke om­roepen en voor de dagbladen en tijdschriften, kan alleen maar gegist worden…. Het is misschien nog niet te laat hier eens wat broodnodige regulering aan te brengen…. het is de taak van de overheid, te waarborgen dat die publieke omroepen fat­soenlijke concurrentiemogelijkheden hebben tegenover de com­merciële …”

Ja ja kijkbuiskinderen, dit zijn de helden van de vrije pers aan het woord. Hun eigen “vrijheid” is voor hun heilig, maar ga niet met ze concurreren, want dan worden ze woest.

De commerciële omroepen wisten uiteindelijk de eerste slag te winnen en zijn er toch gekomen. Dat is het goede nieuws. Het slechte nieuws is dat ze altijd braaf binnen de politiek correcte lijntjes zijn blijven lopen. Hebben ze ooit iets uitgezonden dat laat zien wat er buiten de mainstream gebeurt? Een reportage gemaakt over Ludwig von Mises bijvoorbeeld? Of over Ayn Rand?

En de publieke omroepen bestaan uiteraard ook nog steeds en mogen nog steeds hun propaganda uitzenden van ons belastinggeld. De gevestigde mediamacht heeft dus toch aan het langste eind getrokken.

Inmiddels heeft, zoals iedereen weet, de ideeënstrijd zich verplaatst naar internet. Daar heerst nog steeds vrijheid. Maar voor hoe lang? Het establishment is hard bezig om ook dit kanaal onder controle te krijgen.

De moraal: plus ça change, plus c’est la même chose.

1 Reactie

  1. Ron 5 jaar geleden

    Het grote nadeel van ouder worden is dat je alle new-speak al lang geleden in een iets andere vorm hebt gehoord. :))
    Om met Salomon te spreken: “Er is niets nieuws onder de zon……””
    Begin wel steeds meer te twijfelen aan de evolutietheorie, althans m.b.t. de menselijke soort.
    Hoe ouder ik word, des te minder waarde ik hecht aan wat ik ooit allemaal geleerd heb….

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*